DE VOGELS
De arbeiders der fabriek aan de overkant
gaan, als de stoomfluit schaften heeft gefloten,
op een terrein, door muren ingesloten,
voetballen, vechten, eten. Onderhand
verzamelen de vogels langs de goten.
De hemel vraagt om kruimels van het land.
Reeds zwenkt de meeuw naar de uitgestoken hand,
En bij de schoen zijn mussen toegeschoten.
Andere vogels hebben het niet zo.
Ik heb hen vaak op de brug gageslagen,
zij haalden brood op het stempelbureau.
Als die om kruimels van de hemel vragen,
een bioscoop, een fiets, een radio,
komt de cavalerie de hoek om jagen
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten